Oude foto’s. En we zwelgen in nostalgie. Rovers beschrijft een inzicht van Benjamin:
"dat we niet moeten zwelgen in nostalgie, opdat we haar kunnen ontleden. Nostalgie valt dan uiteen in twee delen: één deel utopie, want zij verleent een blik op wat indertijd toch allemaal mogelijk was; en één deel catastrofe, want zij biedt het inzicht was sindsdien definitief verloren is gegaan”.
Als ik suggesties doe zal het om die twee redenen gaan aangevuld met een derde: het was niet zo goed vroeger als we denken. Dat kan komisch worden ... (ik zoek voorbeelden).
Wat de ondertitelingen van foto’s betreft (en ook tekeningen). Ons project.
Rover vat opnieuw Benjamin samen:
"Maar zelf maakt het beeld niets duidelijk, zij is een stomme getuige. Daarom moet volgens Benjamin het schrift worden ingezet. Al in de jaren dertig van de vorige eeuw voorspelde men dat iemand die in de toekomst geen verstand van foto’s had, een analfabeet zou worden genoemd. Benjamin draait deze stelling om door zich hardop af te vragen of een fotograaf niet als analfabeet moet gelden, als hij zijn eigen beelden niet kan lezen. Hij pleit ervoor de tegenstelling tussen onderschrift en fotografisch beeld in een synthese op te heffen.
Zal het onderschrift niet tot het meest wezenlijke bestanddeel van de opname gaan behoren? Dat zijn vragen waarin de afstand van negentig jaar, die ons vandaag scheidt van het tijdperk van de daguerreotypie, zich van zijn historische spanning ontlaadt. In het schijnsel van deze vonk is het dat de eerste foto’s ons zo mooi en onbenaderbaar uit het duister van grootvaders dagen tegemoet treden”.
Het onderschrift is inderdaad problematisch maar laten we het er over hebben. Zie Bruno met zijn 'talk is cheap'. En zijn tekstballonnen.
Benjamin als kind |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten